Als boom ben je cool. Als boom ben je behoorlijk relaxed. Bomen zijn de Rastafari's van de natuur. Maar is dat wel zo? Toen ik vandaag de hele dag langs de Lech liep, begon ik dat anders te zien. En ik denk nu dat ze de meest depressieve scheppingen zijn. Tot dat inzicht kwam ik door de beversporen.
Want hoe zit het nu werkelijk? Neem als voorbeeld de eik. Bij geboorte eigenlijk al een eikel. De eerste jaren is het leuk. Je groeit als kool. Je ouders staan in de buurt en je probeert jarenlang zo te groeien dat je groter wordt dan je broers en zussen om meer zon te krijgen.
En je wordt inderdaad de grootste. Je broers en zussen kwijnen weg en worden uitendelijk gekapt en verbrand in de kachel. Je hebt gewonnen en daardoor kun je nog sneller groeien. Je wortelstelsels worden enorm en je overschaduwt je ouders. Je praat inmiddels al nauwelijks meer met ze. Jij bent de belangrijkste boom van het bos.
Je ouders worden gekapt. En je bent alleen. Jarenlang. Je overleeft tientallen jaren de zure regen. Mannen plassen tegen je stam. Dan komen opeens vrouwen in kleurrijke jurken en iets te opzichtige oorbellen je elke zondag knuffelen. Ze zouden qua klederdracht niet misstaan op het Oerrol festival.
Je vraagt je af wat je hebt misdaan om dit te verdienen. Week in. Week uit. Knuffelen. Deze horreur van niet geringe mate zorgt ervoor dat de emmer overloopt. Je ziet het niet meer zitten. Je beseft dat in jouw schaduw niets kon leven en dat je je familie hebt vermoord. Dat je struikgewas hebt verjaagd. Je wordt somber. Dagen gaan traag voorbij.
En dan herinner je de wijze lessen van je ouders: 'Maak bevers niet kwaad of het zal je bezuren'. En je ziet een kans.
Bevers. Die nare beesten met die grote gele tanden. Maar iedereen zou narig worden als je met je grootouders, ouders, schoonouders en kinderen in een te klein vochtig, dampend en naar vis stinkend hol zou wonen. Je voelt begrip.
En als klap op de vuurpijl komen dan met kerst die verre familieleden langs die zich hebben geëvolueerd tot das. En zich uit de hoogte gedragen. Als bever zijnde zou ik dan ook een chronisch rothumeur hebben.
Dus de depressieve boom maakt een plan. Hij laat één van zijn wortels groeien en groeien en groeien tot in het levenseindebos. Daar krijgt onze boom een envelop. Met in die envelop een geheim woord om uit dit aards tranendal te stappen. De boom laat de wortel weer groeien en groeien en groeien. Maar nu weer naar hem toe met de oplossing om een einde aan dit ondraaglijk lijden te maken.
Na jaren ellende heb je eindelijk de oplossing binnen handbereik; de envelop met daarin een brief met daarop slechts één woord. En opeens is het duidelijk en zeg je tegen de meest nare en gevaarlijke bever van het bos:' Neprat'! En na 200 jaar te hebben geleefd, vermoordt de bever je op een gruwelijke en geweldadige wijze.
En zo lig je de laatste momenten te zieltogen in het bos. En je laatste gedachte is dat je toch nog bijna die neppelgrim in zijn tentje had verpletterd. Jammer. Maar je kunt niet alles hebben.
Vandaag gelopen 28/ 1098 kilometer en tot in Augsburg gekomen en de Dom bezocht en een stadswandeling gedaan. Mooie stad. Tot morgen.
Spreuk van de dag
Reactie plaatsen
Reacties
Hoi Rense, ik lag even achter met lezen, maar nu weer bij. Met hoeveel jij loopt, kun je lekker elke dag wat lekkers bij de koffie! Wieder weiter! Succes! Groetjes Karin