Orkanen. Wij kennen ze (nog) niet. Gelukkig maar want wanneer er windstoten zijn van meer dan 300 kilometer per uur, blijft er niet veel staan. En zeker niet de droogschuren.
In deze schuren worden de tabaksbladeren gedroogd om ze daarna te verwerken. Omdat veel van die schuren nog niet zijn opgebouwd, zijn er ook weinig velden met volgroeide tabaksplanten. Door de orkaan is het plantseizoen erg vertraagd.
Daarom was het best wel bijzonder om een aantal plekken te kunnen bezoeken waar al gedroogde tabak werd verwerkt. Eerst in een fabriekje in Pinar del Rio waar de (volado) tabak werd verwerkt. Daarna op locatie waar tabak gereed werd gemaakt voor verwerking in de fabriek.
De mensen die werken op die plekken zijn trots op wat ze doen. Trots op wat ze maken. Een sigaar is anders. Een Cubaanse sigaar is nog wat meer anders. En man wat ruikt tabak toch fantastisch.
Op de locatie waar de tabak werd verwerkt voordat het naar de fabriek gaat, was helaas weinig actie vanwege een elektriciteitsstoring. De interactie met de medewerkers/ arbeiders/ personen die zich identificeren als werkend werd hierdoor echter wel vergroot.
En toen vertrokken we naar de held van alle helden; Hiroshi Robaina. En als je die achternaam bekend voorkomt, kan dat kloppen. Don Alejandro is een legende. Vegas Robaina een van mijn favoriete merken. Dus de sigaar die we daar kregen was een hoogtepunt en het eten een tweede.
Ook op deze beroemde plantage waren geen velden te zien met volgroeide planten. Er was al wel geplant in de hoop dat ze dit seizoen toch nog tabak konden oogsten. Met hulp van bijvoorbeeld Placensia en AJ Fernandez uit Nicaragua was er voldoende materiaal om een en ander toekomstbestendig op te bouwen. Gelukkig maar. Want man wat zag het er overal triest uit met al die kapotgewaaide dingen.
Uiteindelijk weer in de bus naar Havana getogen om daar tijdens het diner weer een andere sigaar te roken. Nog een piña colada? Graag. Bis morgen.
Reactie plaatsen
Reacties